Een miMakker maakt verbinding vanuit het hart
In dit bijzondere werk bezoekt en maakt miMakker Jeroen Poels contact met bewoners met dementie, niet aangeboren hersenletsel of bewoners in de terminale fase
Verbinden en contact maken met bewoners
“Een miMakker komt heel onbevangen, in stilte en met respect, de kamer van bewoners binnen. De miMakker lijkt qua uiterlijk op een clown, maar komt niet om te vermaken. Het doel is om verbinding te creëren en zo op een dieper niveau contact te maken met de bewoners. Ik herinner me de eerste keer dat ik in contact kwam met een miMakker nog zeer goed. Dit was bij een mevrouw die vaak voorovergebogen zat. Ik zag hoe de miMakker op een trage wijze naast haar op zijn knieën ging zitten en haar houding spiegelde. Na een poosje ging mevrouw heel langzaam met haar hoofd omhoog. Eerst keek ze recht vooruit, daarna draaide ze haar hoofd richting hem. De miMakker keek heel voorzichtig terug en wachtte af. Op een bepaald moment zei de mevrouw “Gooijendaag”. De miMakker keek haar geduldig aan en gaf toen pas een antwoord terug. Dit was zoiets moois, omdat mevrouw normaal heel erg in haarzelf gekeerd was en niet meer zoveel praatte. Toen ik dit zag, was ik erg onder de indruk en besprak het met mijn manager. Kort daarna ging ik in gesprek met stichting miMakkus en werd ik steeds enthousiaster.”
Een miMakker handelt vanuit het hart
“Om miMakker te worden heb ik een opleiding gevolgd en verschillende stages gelopen. Tijdens de lessen staat centraal dat je leert spiegelen met jezelf. Als miMakker is het belangrijk dat je je eigen valkuilen leert herkennen en de regie leert loslaten. Je probeert niet te denken, maar te handelen vanuit je hart en hoe je bepaalde emoties het beste kunt overbrengen. We gaan mee in de belevingswereld van de ander, waardoor hij of zij veiligheid en geborgenheid voelt. Het bijzondere aan het miMakker zijn, is dat je contact maakt van hart tot hart. Je bent een maatje voor de ander. Het maakt voor ons niet uit wie je bent of wat je doet. Het gaat erom dat we er zijn.”
Het maakt voor ons niet uit wie je bent of wat je doet. Het gaat erom dat we er zijn.
Ieder bezoek is weer bijzonder
“Voordat ik een bezoek aan bewoners breng, lees ik altijd de rapportages door. Daarna maak ik mij ongeveer een half uur tot drie kwartier klaar. Dan doe ik de gekste dingen, zodat ik helemaal in mijn rol kom. Waarin ik afgestemd ben met mijzelf, mijn ademhaling en geen verwachtingen heb van het bezoek wat komen gaat. Pas wanneer ik voel dat ik er helemaal klaar voor ben, vertrek ik rustig richting de bewoner(s). Ieder bezoek dat ik aan bewoners breng is weer bijzonder.
Een mooi voorbeeld hiervan is een meneer die niet meer kon praten en met wie je moeilijk contact kon leggen. Tijdens mijn bezoek kroop ik vertraagd naar deze man. Toen ik bij hem aankwam voelde ik dat ik muziek moest gaan maken. Ik pakte mijn muziekdoosje erbij en ik merkte dat er in mijn omgeving iets gebeurde. Op zo’n moment is het van essentieel belang dat je niet gaat nadenken, want dit doet een miMakker niet, maar juist moet gaan voelen waar de ander is met zijn of haar emotie. Op een gegeven moment keek ik de man aan en zag ik dat hij een traan over zijn wang had lopen. Hij voelde de muziek die ik maakte en daardoor ontstond er een heel mooi contact tussen ons. Dit was een heel bijzonder moment.”