Dichtbij: de bijzondere band tussen Zuster Michaela en Marja


Deze maand gaat verzorgende Marja Derkx van Proteion Libermannhof met pensioen. Zij heeft een hechte band met zuster Michaela Hoenselaar, die haar eigenlijk niet wil missen. Zij vertellen hun gewoon bijzondere verhaal.

Zuster Michaela Hoenselaar (92) woont in zorgcentrum Proteion Libermannhof in Gennep:

‘De eerste vrouw in huis!’

“33 jaar heb ik in de missie gewerkt, in Brazilië. Ik verzorgde er gehandicapte kinderen en jongeren. Ik voelde dat ik voor dat werk was voorbestemd. Dáár kon ik veel meer voor de kinderen betekenen dan hier. Toen ik rugklachten kreeg, ben ik terug naar Nederland gekomen. Ik woonde samen met andere zusters van mijn congregatie in een gewoon huis in de Molenhoek. Na een lelijke val en een operatie aan mijn voet, kon ik daar niet meer wonen. Te veel trappen en op- en afstapjes. Inmiddels woon ik alweer 18 jaar in zorgcentrum Libermannhof. Ik was de eerste vrouw in huis! Vroeger was dit een tehuis voor rustende paters en broeders. Ik ken Marja dus ook al 18 jaar. Ik was meteen op haar gesteld. We komen allebei uit Milsbeek, dat schept toch een band. Ik vind het altijd leuk als ze nieuwtjes uit het dorp heeft. En wat zo fijn is, je merkt nooit aan Marja dat ze het druk heeft. Ze is niet gehaast, maakt altijd tijd voor een praatje. Het is zo fijn om iemand te hebben tegen wie je in vertrouwen kunt praten. En ze kent me. Ze weet dat ik weleens rebels kan zijn. In coronatijd was ik eens naar mijn zus in Nijmegen gegaan die corona had gehad. Toen ik terugkwam, moest ik meteen in quarantaine. Ik vond het zo’n onzin. Maar dan legt Marja uit waarom het is en dan begrijp ik het wel. In december gaat Marja met vervroegd pensioen. Weet je dat ik daar nu al tegenop zie? Ik kan haar gewoonweg niet missen.”

Verzorgende Marja Derkx gaat in december met vervroegd pensioen:

‘Fijn dat je er zo voor iemand mag zijn’

“De zuster is een bijzondere vrouw. Op haar achttiende begon ze in Milsbeek al een peuterschooltje in een leegstaande noodwoning. Ik kende haar uit de verhalen. Haar broer was de buurman van mijn ouders. Ze kaartten samen en dan ging het weleens over ‘ons Door’ in Brazilië. Als ze met verlof was zag ik haar in de kerk. En iedereen kende haar natuurlijk vanwege de fancy fair waarmee we in Milsbeek geld inzamelden voor de missie. We hebben het vaak over Milsbeek. De ‘voorstad van Gennep’ grappen we dan. Ik ben ook een tijdje EVV’er van de zuster geweest, eerst verantwoordelijke verzorgende. De laatste tijd is het niet zo gemakkelijk voor de zuster. Vanwege de verbouwing moest ze haar eigen plekje tijdelijk verlaten. En door corona vallen veel leuke dingen weg. Zoals verjaardagen, haar 65-jarig kloosterfeest, met familie naar het Chinees restaurant en de bezoekjes aan de kapel bij de Spiritijnen. Zuster ging vaak met haar broer, die ook op onze afdeling somatiek woonde, naar buiten zodat hij een sigaretje kon roken. Dan hadden ze veel aanspraak van bekenden. Helaas is haar broer in november overleden. Ik ben 45 jaar geleden in de zorg gaan werken omdat ik van mensen houd. Met een kleinigheidje kun je al een glimlach op het gezicht van de bewoners toveren. Die dankbaarheid is zo mooi. Dat merk ik ook in mijn contact met de zuster. Het is fijn dat je er zo voor iemand mag zijn. Als ik straks met pensioen ben, ga ik dat ook wel missen, denk ik. Maar ik vermoed dat ik nog weleens bij de zuster binnenwip om te vertellen hoe het in ‘de voorstad’ gaat.”